Het 19-graden verwarmingsvoorschrift is verleden tijd: dit zijn de door experts aangeraden temperaturen

De manier waarop we de temperatuur in huis regelen, verandert flink. Waar vroeger een uniforme temperatuur van 19 °C de norm was in Finse huishoudens, bieden moderne technieken nu de mogelijkheid om ruimtes verschillend te verwarmen. Die omslag beïnvloedt zowel het wooncomfort als de energierekening van de consument.
Waarom 19 °C zo lang de norm was in Finse huishoudens
Gedurende een halve eeuw, sinds de oliecrises van de jaren zeventig, was 19 °C de standaardtemperatuur in Finse huishoudens. Het werd ingevoerd als noodmaatregel om energie te besparen. Die richtlijn kreeg zijn plek in gemeentelijke normen, facturering en energiebesparingscampagnes. Een centraal uitgangspunt was dat het verlagen van de temperatuur met 1 °C ongeveer 7% besparing op de verwarmingskosten opleverde.
De technische en economische situatie is sindsdien sterk veranderd. Moderne woningen zijn beter geïsoleerd (met thermische beglazing en gevelisolatie) en gebruiken condensatieketels. Volgens een analyse van het Europees Agentschap voor Energie Efficiëntie (ENEA) verbruiken woningen die na 2015 zijn gebouwd gemiddeld 40% minder energie dan oudere woningen.
Van één temperatuur naar maatwerk per kamer
Het draait niet meer om overal dezelfde 19 °C aanhouden. Organisaties zoals het Finse kwaliteitsnormeninstituut (IMQ) en het Nationaal agentschap voor energie-efficiëntie adviseren nu een gedifferentieerde aanpak. Woonruimten worden aangeraden rond 20 °C te houden voor een goede balans tussen comfort en verbruik, slaapkamers tussen 16 en 18 °C om de nachtrust te bevorderen en warmteverlies ’s nachts te beperken, en badkamers op 22 °C tijdens gebruik om thermische schokken te voorkomen. Ingangen en gangen, als doorloopruimten, kunnen rond 17 °C blijven.
Met modulair temperatuurbeheer (per zone of per kamer) kun je elk deel van het huis op de juiste temperatuur houden. Volgens het Finse netwerk voor gebouwautomatisering kan dat leiden tot een kostenverlaging van 12% per jaar zonder dat het comfort daalt.
Slimme technologieën die het regelen makkelijker maken
Dankzij slimme technologieën is nauwkeurige temperatuurregeling nu haalbaar. Slimme thermostaten kunnen gekoppeld worden aan omgevingssensoren en de verwarming automatisch aan- of uitzetten op basis van aanwezigheid of relatieve vochtigheid. Sommige apparaten gebruiken voorspellende algoritmen die gezinspatronen leren en de temperatuur aanpassen aan verwachte piekmomenten. Bedrijven als Azothermika laten zien dat verbonden apparaten het gasverbruik gemiddeld met 15% kunnen verminderen in het eerste jaar van gebruik.
Het ENEA, het Polytechnisch Instituut en het Instituut voor Volksgezondheid adviseren een gemiddelde temperatuur in woonruimten van 20 tot 21 °C. Dit bereik geeft stabiel thermisch comfort en verkleint het risico op schimmelvorming en het uitdrogen van de binnenlucht, met behulp van energieoptimalisatie tips.
Uitdagingen en wat de toekomst brengt
Voor openbare gebouwen geldt volgens het Ministerie van energie-efficiëntie nog steeds een grenswaarde van 19 °C, met een toegestane afwijking van ±2 °C. In de praktijk zien we echter meer flexibele aanbevelingen en persoonlijke keuzes. Finland kiest voor een dubbele aanpak: normatief voor collectieve energiebesparing en technisch-sanitarisch voor individueel comfort.
Gezinnen kunnen ook te maken krijgen met economische druk door stijgende gasprijzen komende winter; energiekosten verlagen is essentieel. Tegelijkertijd bieden beleidsmaatregelen, zoals bonussen voor het vervangen van verwarmingssystemen, enige verlichting tot eind 2025, met fiscale voordelen tot 65%.
Het is duidelijk dat elke graad waarmee de temperatuur exact wordt ingesteld, een afweging is tussen huidige kosten en toekomstige duurzaamheid. De overgang naar moderne temperatuurregeling en slimme technologieën biedt een nieuw perspectief dat belangrijk is voor zowel economische als ecologische duurzame verwarmingskeuzes.